Uit gesprekken maak ik op dat er herkenning is wanneer ik noem dat liefde in organisaties een ondergeschikt kindje is. Ik gebruik daarbij mijn eerdere blog Werkgever: waar is de liefde in jouw organisatie. Een blog waarin ik de behoefte aan liefde op de werkvloer verduidelijk met behulp van de behoeftepiramide van Maslow. Verdieping wijst uit dat ik niet de enige ben. Plato noemde liefde immers al een ‘need’. Een ook bedrijfsnar Jaap van Barneveld, tevens auteur van Liefde in Bedrijf (een boek over affectiviteit & effectiviteit in organisaties), onderzocht jarenlang Maslow. Auteur Leontine van Hooft bouwt in De kracht van Afrikaans denken (over Ubuntu, verbindend leiderschap en een nieuwe wereld) de behoeftehiërarchie zelfs uit tot vulkaanmodel met on top de behoefte aan impact als collectief element.
Uit gesprekken maak ik echter ook op dat mensen willen begrijpen hoe liefde binnen organisaties een plaats te geven. Of ik een tool heb à la het Bhutaanse Bruto Nationaal Geluk (BNG) om liefde te meten. Of ik voorbeelden heb van organisaties die liefde inzetten. Zijn er cijfers die mijn idee onderbouwen? En heb ik dan wellicht ook een tool om liefde te implementeren in organisaties? De vragen laten me stralen als een verliefde puber. Ze bevestigen dat liefde, ook zakelijk, aanstekelijk werkt. Gelijktijdig realiseer ik me dat mijn streven net als de liefde zelf complex is.
Eén van de eerste dingen die ik op weg naar Professor in de Liefde wil oppakken, is meer leren over de wetenschappelijke kant van liefde zoals liefdes expert Helen Fischer deze omschrijft. De fases van wellust, aantrekkingskracht en toewijding naar organisatieniveau vertalen. Tevens wil ik meer te weten komen over de manier waarop liefde in organisaties vorm krijgt met als vertrekpunt de 5 talen van de liefde van Gary Chapman. Chapman stelt dat er 5 manieren om onze liefde te laten blijken: het geven van onze beste deel van onze tijd, bemoedigende woorden, cadeaus, hulpvaardigheid en lichamelijke aanraking. Mijn doel is daarbij te duiden hoe liefde als behoefte binnen organisaties kan worden ingevuld. Zoals ook bijvoorbeeld salariëring cultuur gebonden is, lijkt het mij dat dit ook geldt voor liefde. Neem lichamelijk contact. Begroette mijn manager in Frankrijk iedere ochtend zijn team met een zoen, lijkt een schouderklopje in Amerika soms al een reden om iemand aan te klagen.
Chapman gaat er vanuit dat mensen een eigen liefdestaal spreken. Hij stelt dat het belangrijk is dat het uitdrukken van liefde gebeurt in de taal die de ander begrijpt. Althans als het streven een duurzame relatie is, want bij het spreken van de juiste taal der liefde richt hij zich vooral op langdurige relaties. Naar wat nodig is wanneer de fase van verliefdheid plaats maakt voor toewijding. Als voorbeeld noemt hij de vrouw die een bos bloemen krijgt van haar man, terwijl zij juist behoefte heeft aan een luisterend oor. Communicatie is hierbij een belangrijke. Ik verwacht dat het de de spark, het ‘why’ of de ziel van de organisatie is die hier om de hoek komt kijken. Echter lijkt het die ‘why’, de gedeelde passie, collectief van aard te zijn. Terwijl ik juist ook wil onderzoeken op welk niveau liefde binnen organisaties op individueel niveau een plaats kan krijgen.
Het is een uitdaging om het geheel vervolgens meetbaar te maken. Er zijn tools voorhanden om liefde, passie en happiness te meten. Het is een feit dat organisaties waar werknemers gelukkig zijn tot 33% winstgevender zijn, 45% productiever en 300% innovatiever. De vraag is welke factoren van invloed zijn op dat geluk. In welke mate mate is liefde, zowel op individueel als collectief niveau, van invloed en hoe is dit uit te drukken in cijfers? Ik ben er van overtuigd dat de tools om liefde een plaats te geven op de werkvloer dan vanzelf volgen.
Genoeg op mijn lijstje. Ik voel vlinders in mijn buik!
Minnebrief.nl wordt enkel nog gebruikt voor liefdesbrieven. Blogs als bovenstaande kun je in de toekomst terugvinden op colove.nl



